De wipplank

Bij het ervaren van een stressvolle context kiezen we vaak onbewust een kant.
Het lijkt wel of we dan elkeen een zitje nemen op de wipplank. Twee zitjes, elk aan het einde van dezelfde wipplank.

De ene kant van de wipplank staat voor de ontkenning.
“Niks aan de hand, alles is opgeblazen. Covid-19 is een griepje als alle andere. De maatregelen zijn overdreven. Laat ons erover zwijgen, dan komt alles wel goed.”
Hoe dan ook, het zitje heeft zijn recht van bestaan. Het mag er zijn. Het is een manier van omgaan met een realiteit, waardoor een alsof-realiteit ontstaat.

De andere kant van de wipplank staat voor het “erbij blijven”. Constant op zoek naar informatie, via media, via internet. De context overspoelt daardoor het kleine zijn als een tsunami en men volgt minutieus alle berichtgevingen, dito maatregelen. Men zoekt de confrontatie als het ware op.

Hoe dan ook, beide zitjes hebben hun recht van bestaan, ook al staan ze lijnrecht tegenover elkaar.
Hoe dan ook zijn beide zitjes een gevolg van angst en weerstand ten aanzien van het gegeven.

Iets wat stresserende omstandigheden vaak met een mens doen. Zo ook op de werkvloer.

De uitdaging is het midden te vinden, het centrale wiel van de wipplank, waardoor die plek symbool staat voor veerkracht.
Het gaat over het vinden van een mindset over wat er ons overkomt.
Deze mindset is de kracht te vinden in het omgaan met veranderende omstandigheden waarbij creativiteit, nieuwsgierigheid en verwondering leiden tot nieuwe inzichten. De balans te vinden tussen de ontkenning (op afstand houden) en het erbij blijven (informeren, analyseren, concluderen, … en opnieuw).

Op de werkvloer betekent dit volgende :

  • Mogelijks verlang je naar de oude patronen, naar zoals het was voor Covid-19. Dat is OK en normaal. Daag jezelf echter uit om het nieuwe normaal te observeren en bekijk wat dit voor jouw werkplek, jouw werkorganisatie, jouw leiderschap betekent.
  • Observeer jezelf en anderen bewust : wat denk je, wat voel je ? Het kan een groot leermoment betekenen. Durf praatmomenten met elkaar te hebben waarover je benoemt wat er zich binnenin jezelf afspeelt. Vermijd meningen, maar wissel gedachten en gevoelens. “Hoe gaat het ?” is de centrale vraagstelling.
  • Als je over de gevoelswereld met elkaar spreekt, vermijd het geven van commentaar of oordeel. Zoek een open luisterhouding, en dit zowel mentaal (stel je open, laat jouw mening voor wat het is) en lichamelijk (armen open, recht aan kijken, …)
  • Communiceer duidelijk met elkaar. Als het gaat om het nieuwe normaal, zorg voor betrouwbare informatiebronnen.
  • Als iemand een stelling poneert, ver van jouw eigen overtuiging, vraag door : wat, wie, waar, wanneer, waarom. Je geraakt verder in dialoog door het stellen van vragen dan het discussiëren.
  • Als er een teamlid in ontkenning zit, of in het er-over-bijblijven, weet dan dat dit een stressreactie is en laat dit toe. Op het moment heeft het geen zin hierop in te gaan of tegenargumenten te zoeken. Het wordt dan alleen maar erger en je geraakt verder van elkaar verwijderd. Als het een belangrijk thema voor je is, parkeer je het door te antwoorden dat het OK is. Je komt er op een later tijdstip op terug. Dan kan de stressrespons gaan liggen en is er kans op open dialoog.
  • Ontwikkel voor jezelf een positieve mindset over stress : stress zet je op scherp, laat kansen zien, doet je bergen verzetten.
  • En last but not least : zorg voor hersteltijd. Voor jezelf, voor de collega’s. Neem voldoende pauze, ga wandelen, beweeg, adem, slaap. Het kan, het mag.

Plaats een reactie